Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen kwam er een, die ontkomen was, en boodschapte het aan Abram, den Hebreer, die woonachtig was aan de [28]eikenbossen van Mamre, den Amoriet, broeder van Eskol, en broeder van Aner, welke Abrams [29]bondgenoten waren. 28. Zie boven hfdst.13 vs.18. 29. Hebr. Heeren des verbonds. Het woord BAAL betekent in het algemeen dengene, die wat heeft, of ook gebruikt, of die tot iets genegen is, enz. gelijk onder hfdst.37 vs.19, Heer der dromen, die veel dromen heeft; en hfdst.49 vs.23, Heeren der pijlen, die veel pijlen gebruiken; 2 Kon.1:8. Heer van het haar, die veel van haar heeft; Spreuk.29:22. Heer der vergrimming, die tot gramschap genegen is. Alhier, Heeren des verbonds; zijn degenen die een verbond met elkander hebben gesloten.